Niet alleen in het autoverkeer is sprake van een zogenoemde energietransitie. Ook op het akkerbouwbedrijf op het gebied van energiegebruik gaat veel veranderen. Binnen het AGROS werkpakket “Infrastructuur voor Energie” proberen we daar meer zicht op te krijgen. Vanuit de EU visie Farm2Fork alsmede de Green Deal is beschreven dat de landbouw in 2035 klimaatneutraal moet opereren. Het is in elk geval duidelijk dat ook een landbouwbedrijf zowel “fossielvrij” moet produceren en op termijn energieneutraal moet zijn.
Het landbouwbedrijf levert in veel gevallen al een sterke bijdrage aan de energietransitie door zelf veel energie te produceren. Zonnepanelen en windmolens zijn de belangrijkste bronnen van duurzame energie. Aan de vraagzijde kent het landbouwbedrijf een sterk wisselende behoefte aan energie. Voor veldwerk is diesel nu de standaard. Voor werkzaamheden op het erf en voor bewaring vormt elektriciteit de belangrijkste energiebron. Het patroon van de vraag over het jaar is daarbij sterk wisselend. In een modelstudie wordt momenteel doorgerekend hoe deze energievraag eruit ziet voor zowel een “standaardbedrijf” als een op strokenteelt gebaseerd bedrijfssysteem met lichtere mechanisatie.
Als alternatieven voor diesel bij veldwerkzaamheden ligt het voor de hand om te kiezen voor een combinatie van elektriciteit en H2 (waterstof). Vanuit de gedachte van zelfvoorzienendheid wordt gerekend aan de hoogte van de elektriciteitsproductie die de pieken in de vraag zoveel mogelijk afdekt. En aan de behoefte aan waterstof voor uitvoering van de zwaardere werkzaamheden in het veld en transport. Uit ervaring is bekend dat de kostprijs van waterstofproductie sterk afhangt van de schaal waarop dit gebeurt. De eerste vervolgstap is dan ook een doorrekening vereiste investeringen, terugverdientijd en kostprijs van de waterstof. De mate van benutting van het overschot aan stroom op bepaalde momenten speelt daarbij zeker een rol. We verwachten dat er aldus een beeld ontstaat of dit op bedrijfsniveau haalbaar is of er toch sprake zou moeten zijn van samenwerkingsverbanden om dit economisch interessant te maken.
We hopen medio dit jaar de eerste resultaten te kunnen presenteren.